dinsdag 2 april 2013

50 tinten groen

Het was even stil op mijn blog, dat had alles te maken met een vierdaags tripje naar het binnenland.
Het werd een geweldige ervaring en ik heb nog nooit in mijn leven zoveel natuur gezien. Hier een kort overzicht per dag:

29/03 The end of the road 
Het was al vroeg dag. Om 7u20 namen we de taxi naar Oxygen Resort, de plaats waar onze bus zou vertrekken. We waren verrast toen we de bus opstapten samen met 12 senioren. Later stapten ook nog 5 andere stagiaires op (we waren dus niet de enige 'jonge' mensen).
Met z'n 20 zaten we 3 uur op de bus op een weg die in het niets leek te verdwenen. Dat bleek ook zo te zijn! In Atjoni stopt plots de weg en kom je uit op de Surinamerivier. Daar stapten we in een bootje en vaarden we 40 minuten tot in Isadou.
Isadou was het eiland waar we 4 dagen zouden overnachten. We sliepen in hutten aan het water en hadden een prachtig uitzicht!
Als snel zaten we in het water. Niet om te zwemmen, maar om te genieten van één groot bubbelbad: de rivier met z'n stroomversnellingen. Na de lunch (die pas om 16u was!) vaarden we naar Jaw Jaw. Dit is een Marrondorpje dat recht tegenover ons eilandje lag. Het is ontstaan toen vroeger de slaven vluchtten van de plantages en zich ergens vestigden. Nu wonen er al bij al zo'n 480 mensen. Gezinnen wonen er in hutten. Sommige hutten met gedroogde bladeren als dakbedekking, anderen al 'gemoderniseerd' met golfplaten.
Uitzicht uit onze slaaphut
Toen we met een gids door het dorpje trokken, sloten zich telkens meer en meer kinderen bij ons aan. Ze vonden het een waar spektakel om blanken te zien en waren diep onder de indruk van onze blonde haren (die ze telkens wouden aanraken).
Toen de dag ten einde kwam, gingen we onze eerste nacht tegemoet in de jungle. Heel veilig voelde ik me niet aangezien er eerder op de dag in één van de kamers naast ons een vogelspin gespot was. Gelukkig bleef het licht branden ('tegen de vleermuizen', zei de eigenaar van het resort).

30/03 SAAMAKA MUSEUM en kaaimannen 

Na een tamelijk goede nacht in de jungle en een heel lekker ontbijt, vertrokken we met de boot naar Pikin Slee. De boottocht duurde anderhalf uur. Pinkin Slee is een dorpje van de Rastagemeenschap en staat bekend om de prachtige houtsnijwerken. Er was in het dorp zelfs een heel museum opgericht met prachtige houten beelden. Ook kon je er wat bijleren over de geschiedenis van Pikin Slee.
Ook in het dorpje zelf was veel te beleven. We zagen vrouwen pindanoten van de planten halen, kleren wassen in de rivier, we zagen een kind met haar babyzusje in de hand ... en veel meer.  
Ook hier zwommen we in de rivier (waar we dezelfde avond nog kaaimannen spotten).
Toen we terug in Isadou aankwamen, kregen we weer een heerlijke maaltijd. Tegen een uur of tien (als het al donker was) gingen we op kaaimannentocht. Met zaklampen schenen de gidsen naar de mogelijke kaaimannen. Helaas zagen we maar twee exemplaren op de hele tocht. Toch was zo'n nachtelijk boottochtje in de jungle de moeite waard! Je hoort verschillende mysterieuze junglegeluiden, prachtig om  mee te maken.

31/03 Een avontuurlijk Pasen! 
Deze dag hadden we de kans om de Paasviering op Jaw Jaw mee te maken. Jaw Jaw is een Christendorp en heeft dus een eigen kerk. De viering is in het Saramaccaans en vrouwen zitten aan de linkerkant van de kerk, mannen aan de rechterkant.
We werden verwelkomd en speciaal voor ons werd soms een zin in het Nederlands gezegd. Ook de meeste liedjes die we zongen waren in het Nederlands. 
Je zou denken dat we niet veel konden verstaan, maar dat viel nog mee. Het Saramaccaans dat in Jaw Jaw gesproken wordt, is namelijk een mengeling van Nederlands, Engels, Frans, Portugees, Afrikaans .... . Sommige dingen kun je begrijpen, ook de namen van de Bijbelse personages zijn in het Nederlands. Daardoor weet je welk Bijbels verhaal wordt voorgelezen.
Op het einde van de viering werden nog enkele mededelingen gedaan in het Saramaccaans. Één van de mededelingen was om de kinderen bang te maken voor de jungle. Dit wordt vaak gedaan om nieuwsgierige kinderen in het dorp te houden. De jungle schuilt vol gevaren, vooral 's nachts. De gevaarlijke dieren, zoals slangen, zijn de dieren die je niet hoort. Daarom wordt tegen de kinderen verteld dat als je bepaalde geluiden hoort (vaak zijn het vogels of fluitkevers), je niet in de jungle mag komen. Ze worden bijna elke dag door verhalen bang gemaakt.
De tweede mededeling was dat de blanke mensen spelletjes gingen spelen met de kinderen. Met een veertigtal kinderen deden we kringspelletjes, voetbal, klapspelletjes en nog veel meer. Ik had ook wat schmink meegenomen. De meeste kinderen wilden een vlinder op de arm of in het gezicht. na een tijd stond een hele wachtrij bij mij en moest ik beroep doen op enkele medestagiaires om me te helpen met schminken. De kinderen hadden zo'n goede tijd, dat ze zelfs huilden toen ze naar huis moesten van hun ouders. 
Toen we dan terug kwamen op Isadou gingen we, rarara, terug zwemmen in de rivier. Deze keer klommen we op een paar rotsen aan de overkant. Het was niet eenvoudig om er te geraken wegens de stroomversnellingen die je alle kanten uitduwden. Toch geraakten we er, al ging het klimmen bij mij en Laurine iets minder vlot dan bij de jongens. Toch zijn we fier dat we de top bereikt hadden zonder hulp! Bij het terug naar beneden gaan, hebben we wel één keer om hulp moeten vragen.
De tijd ging zo snel, de laatste avond brak al aan. We kregen van de Surinaamse kookploeg die elke dag voor ons had gekookt, een heerlijke maaltijd. Met een beetje spijt in het hart, kropen we voor de laatste keer op Isadou in ons bedje.

01/04 Het oerwoud gaat mee met zijn tijd: de telefoonboom

Op onze laatste dag gingen we een tocht door de jungle maken. Onze bestemming: een kostgrondje. De tocht werd een unieke ervaring. Onze gids stopte regelmatig om uitleg te geven over planten en bomen die  gebruikt worden in de dorpjes. Er zijn genezende kruiden, planten en bomen. Ook zijn er verschillende bomen waarvan de vruchten gegeten worden. Uit bepaalde palmsoorten wordt dan weer olie gehaald en sommige bomen zijn geschikt om hutten van te maken.
Plots kwamen we bij een reusachtige boom: de boekoe boekoe (dit wordt waarschijnlijk anders geschreven, maar zo wordt het uitgesproken). Deze boom wordt gebruikt om met elkaar te communiceren in de jungle. Wanneer je er hard op slaat met een machete of stevige stok, wordt een geluid geproduceerd dat kilometers ver hoorbaar is. Met verschillende codes (bijvoorbeeld 3x slaan wil zeggen dat ze moeten terugkeren, korte en vele tikjes wil dan weer zeggen dat er gevaar dreigt) weten de mannen wat ze moeten doen in de jungle.
Toen zei plots de gids dat 'boekoe boekoe' een oude naam was en al jaren niet meer gebruikt wordt. Nu spreken de Marronnen van de lawaaiboom of telefoonboom. 'Wij gaan ook mee met de tijd' was het antwoord van onze sympathieke gids.
Ook zagen we prachtige vlinders die zo groot waren als twee handen samen en die een heldere blauwe kleur hadden. Aapjes zagen we ook: twee kleine die van boom naar boom slingerden.
Toen we bij het kostgrondje kwamen, was ik toch verrast. Ik wist wat het was: een opengekapt stukje in de jungle waar gewassen op geteeld worden. Maar ik wist niet hoe ik het mij moest voorstellen. Nu zagen we dat de gewassen er door elkaar staan, geen mooi aangelegde rijtjes zoals onze moestuintjes in België dus. Op dit kostgrondje zagen we bananen, een soort pompoenen en vele andere dingen die ik niet ken.
Daarna gingen we terug naar Isadou, aten we en vertrokken we terug naar Paramaribo.
Toen we de stad naderden, wou ik eigenlijk terug rechtsomkeer maken naar het binnenland. De natuur doet me toch meer dan de drukke stad.
De gids liet ons op het kostgrondje de apenborstel zien, in de lokale taal: api kam kam
Toen we dan aan Oxygen Resort kwamen, was onze trip definitief aan het einde gekomen.
Het was een onvergetelijk avontuur dat ik me nog heel lang zal herinneren!


- K -


2 opmerkingen: